Google heeft een acht jaar oud idee uit de kast gehaald. Afgelopen woensdag maakte de techgigant bekend dat zijn populaire applicatie Google Maps een nieuwe toepassing krijgt.
Google liet woensdag weten dat het mogelijk is geworden voor gebruikers van Maps om de eigen locatie met iemand anders te delen. Zo kun je op weg naar een afspraak de ander inseinen waar je bent, als je vertraging oploopt.
Voor wie zich afvraagt waarom Google dat niet eerder heeft gedaan: in 2009 introduceerde Google een app genaamd Latitude.
Zoals Google destijds aangaf kon je me Latitude “je locatie delen met vrienden en hun locaties bij benadering zien, als ze die met jou delen.” Precies wat Google nu doet.
Zo zag Latitude er in 2009 uit:
Dit is een screenshot van de nieuwe applicatie op Google Maps:
De twee applicaties zien er vrijwel hetzelfde uit. Al is de onderliggende technologie de afgelopen acht jaar sterk veranderd.
Toen Latitude werd gelanceerd, was er veel bezorgdheid over de privacy-aspecten van de app. De organisatie Privacy International stelde destijds dat gebruikers mogelijk niet goed op de hoogte konden zijn als Latitude geactiveerd was, en dan onbewust gevolgd zouden kunnen worden.
Anno 2017 is privacy nog steeds een belangrijk thema, maar de bezorgdheid is toch een stuk minder. Dezer dagen ligt de nadruk vooral op de voordelen van het delen van je locatie. Zo kunnen ouders bijvoorbeeld ook de smartphone van hun kinderen volgen...
Sinds 2009, toen de smartphone net in opkomst was en sociale media begonnen te groeien, is de wereld drastisch veranderd. Facebook heeft inmiddels bijna 2 miljard gebruikers. En miljoenen mensen dragen fitnessarmbanden die hun fysieke inspanningen vast leggen.
Geen wonder dat aanvankelijk controversiële technologische vernieuwingen opduiken in een ander jasje. De herintroductie van de locatie-applicatie van Google laat dus zien hoe snel technologie zich ontwikkelt - en hoe fluïde onze ethische opvattingen zijn.